Jaarverslag 2017

Paragraaf Lokale heffingen

Toelichting op de heffingen

De paragraaf Lokale heffingen bevat informatie over de heffingen die Zuid-Holland oplegt op basis van door Provinciale Staten vastgestelde verordeningen. Het gaat hierbij achtereenvolgens om de opcenten op de Motorrijtuigenbelasting, Precariobelasting, Legesverordening Omgevingsrecht (Wabo),de heffing voor Grondwaterbeheer en de leges Wet natuurbescherming. De opbrengsten uit de opcenten en precario dienen als algemeen dekkingsmiddel; de inkomsten uit de overige drie heffingen dienen als dekkingsmiddel voor de uitvoering van specifieke activiteiten.

Het belastinggebied van de provincies is ten aanzien van algemene belastingen beperkt tot de opcenten op
motorrijtuigenbelasting en precariobelasting. De opcenten genereren de grootste opbrengst. In 2017 is dit € 333 mln bij een tarief van 91,4. In 2016 was dit € 324 mln bij een tarief van 92. Het wagenpark is met 2% gegroeid. Dit verklaart de hogere opbrengst. Bij najaarsnota heeft een bijstelling van de begroting plaatsgevonden naar € 332 mln, de realisatie is dus nagenoeg gelijk hieraan.

Het opcententarief wordt door Provinciale Staten vastgesteld. Dit mag het wettelijk maximum niet overschrijden. Het maximum is in 2017 111 (in 2016 110,6). Het tarief heeft zich in de provincie Zuid-Holland de afgelopen periode als volgt ontwikkeld:

Jaar

MRB tarief

2015

95

2016

92

2016 t/m 2019 is
huidig college

2017

91,4

2018

90,4

2019

90,4

2020

91,7

In het Hoofdlijnenakkoord 2015-2019 is het tarief met 3 eenheden verlaagd naar 92 opcenten. Daarna is het tarief drie maal verder verlaagd, namelijk bij;

  • De intensiveringsimpuls voor een "Slimmer, schoner, sterker Zuid Holland' in 2016. Het tarief is vanaf 2017 structureel vastgesteld op 91,7 opcenten;
  • De Kadernota 2016, naar aanleiding van het amendement 'Tijdelijke verlaging opcenten' is het tarief incidenteel voor de periode 2017-2019' vastgesteld op 91,4 opcenten;
  • De behandeling van de Begroting 2018: het tarief is voor 2 jaar (2018 en 2019) vastgesteld op 90,4 (amendement ‘extra GS voorstellen Begroting 2018’)

Drenthe had in 2017 het hoogste tarief van 92,0 en Noord-Holland het laagste van 67,9. Het gemiddelde tarief was 80,5.

Precariobelasting wordt geheven over het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond van de provincie Zuid-Holland. In de verordening precariobelasting zijn de belastbare feiten en tarieven opgenomen. Voor het belastingjaar 2017 zijn de tarieven voor de precariobelasting niet geïndexeerd. De heffingen 2017 zijn opgelegd conform de bij de verordening behorende tarieventabel.

Enerzijds is de realisatie van de precariobelasting onderhavig aan fluctuatie van de omzetten motorbrandstoffen van de reguliere benzinestations. De baten precariobelasting fluctueren jaarlijks. In 2017 zijn de hogere baten merendeels (95%) toe te wijzen aan hogere gerealiseerde omzetten motorbrandstoffen door exploitanten van motorbrandstoffenstations. Een gering deel (5%) van de hogere baten is toe te wijzen aan de mutaties in het belastingbestand.

Met de inwerkingtreding van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) per 1 oktober 2010 heft de provincie leges voor het in behandeling nemen van aanvragen voor een omgevingsvergunning. De provincie is bevoegd gezag voor het milieudeel (IPPC/BRZO) en voor de zogeheten BRIKS (bouwen, reclame, inritten, kappen, slopen)-taken. De uitvoering van het bevoegd gezag ligt bij de omgevingsdiensten. De provincie int voor de aanvragen BRIKS de leges, die hiervoor de kosten gedeeltelijk moeten dekken. De Wabo legesverordening is benoemd als Legesverordening Omgevingsrecht provincie Zuid-Holland 2013.
De heffingen 2017 zijn opgelegd conform de bij de verordening behorende tarieventabel.
Daarnaast is een onderzoek uitgevoerd naar de kostendekkendheid van de Legesverordening Omgevingsrecht provincie Zuid-Holland 2013. Hieruit is gebleken dat de kostendekkendheid momenteel 90% is, de regelgeving laat 100% toe. De aanbeveling is gedaan om de kosten in het vergunningverleningproces nader te onderzoeken. Dit onderzoek zal in 2018 plaatsvinden

Op grond van de Waterwet en de Heffingsverordening Grondwaterbeheer Zuid-Holland heft de provincie een
belasting per kubieke meter onttrokken grondwater. Het tarief van de heffing is zodanig vastgesteld dat de
opbrengst de gemaakte kosten niet te boven gaat. Het tarief bedraagt € 0,005 per kubieke meter onttrokken
hoeveelheid water. De heffingen 2017 zijn opgelegd conform de tarieventabel behorende bij de verordening.

Per 2017 is de Wet natuurbescherming van kracht. Dit heeft geleid tot enkele nieuwe taken voor de provincie. Hiervoor werden deze taken door het Rijk uitgevoerd. PS heeft eind 2016 de legesverordening vastgesteld zodat de hieruit voortvloeiende geraamde baten niet in de primaire Begroting 2017 waren opgenomen.
In dit eerste uitvoeringsjaar is gebleken dat een deel van de verstrekte vergunningen en ontheffingen niet legesplichtig zijn, hierdoor blijft de realisatie met € 303.800 achter bij de begroting.

Paragraaf Lokale heffingen