De provincie ontvangt subsidies van derden, met een specifiek bestedingsdoel. Als dit doel met minder middelen gerealiseerd kan worden, geldt een terugbetalingsverplichting. Als deze subsidies niet in het jaar van ontvangst worden uitgegeven, worden ze als OVP (Overlopend passief) opgenomen op de balans. Over de besteding wordt verantwoording afgelegd aan het Rijk, bijvoorbeeld door middel van de verantwoordingsinformatie over specifieke uitgaven (SISA).
Als gevolg van een aantal grote decentralisatie-operaties is de omvang van de OVP’s afgelopen jaren sterk afgenomen. Het Rijk heeft er meer voor gekozen om een aantal grote geldstromen niet langer als subsidie maar als algemeen dekkingsmiddel (via het provinciefonds) te verstrekken. Het gaat dan met name om de middelen voor natuur en de BDU Verkeer & Vervoer. Verstrekking via het provinciefonds betekent ook dat er geen sprake meer is van een terugbetalingsplicht.
Dat betekent dat deze middelen niet langer als OVP’s kunnen worden beschouwd, maar dat ze als reserves moeten worden verantwoord. Daarin zitten namelijk de middelen die PS vrij in kan zetten, zonder dat daar verantwoording over hoeft te worden afgelegd aan het Rijk.
De omvang van de OVP is de afgelopen jaren gedaald van in 2013 € 298,5 mln naar € 147,1 mln in 2017. Dit verklaart een groot deel van de stijging van de reserves.